Kunst in beton
Heatherwick Studio, VDMMA | Een monumentale, betonnen graansilo in Kaapstad in Zuid-Afrika is getransformeerd naar museum Zeitz MOCAA.
lees meer
Auteur: Foka Kempenaar
Het nieuwe kunstdepot van het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen, naar ontwerp van Winy Maas van MVRDV, biedt bescherming aan de grootste publiek toegankelijke museumcollectie. Door de unieke vorm, het feit dat het gebouw kunst herbergt en zijn publieke functie, stond het bouwteam voor een flink aantal constructieve en esthetische uitdagingen. Beton bood op meerdere fronten uitkomst. Niet alleen qua draagkracht functioneel, maar bijvoorbeeld ook met het oog op een stabiel binnenklimaat en beveiliging.
Het accumulerend vermogen van beton is een belangrijke eigenschap voor een stabiel binnenklimaat. De massa van beton zorgt voor een temperatuurbuffer, waardoor dit materiaal optimaal kan bijdragen aan de beperking van schommelingen van de binnentemperatuur. Na oplevering van het depot moest het overigens eerst nog een halfjaar drogen, voordat de omstandigheden optimaal waren om de kunst te kunnen herbergen.
In totaal telt het depot van Boijmans maar liefst vijf klimaatzones. Elke zone is voorzien van een speciaal klimaat, in stand gehouden door een uitgekiend klimaatsysteem en afgestemd op kunstwerken van verschillende materialen: metaal, kunststof, organisch/anorganisch, fotografie zwart/wit en fotografie kleur.
Ook constructief gezien is dit gebouw een hoogstandje. Niet alleen door de bijzondere vorm, maar ook omdat er zes zwaarbelaste verdiepingen moesten worden gestapeld, om de totale collectie van 151.000 kunstobjecten te kunnen herbergen. Elk met een gewenste vloerlast van 1.250 kg/m2. Tel daar de extra krachten bij op, veroorzaakt door de grote uitsparingen, het openbare bos op het dak, en bedenk dat het depot een footprint heeft van 40 m diameter en een uitkragende bovenste verdieping met een diameter van 60 m, dan betekent dit dat de gebouwbelasting te vergelijken is met hoogbouw.
De uiteindelijke keuze voor de hoofdopzet van de constructie viel op een integrale ontwerpoplossing: een dragende schaalconstructie met kolommen (Mega Structure). De schaalvorm biedt constructief gezien namelijk zeer krachtige voordelen, omdat de constructie horizontaal onder constante trek staat; als een omgekeerde iglo, waarbij zogenoemde ringtrekkrachten de schaalconstructie bij elkaar houden.
Doordat de diameter van het gebouw van onder naar boven toeneemt, ontstond een dubbelgekromde gevel. Daarvoor is een bijzondere op maat gemaakte bekisting bedacht, op basis van uitgebreide berekeningen en tests. Er zijn in totaal 64 dubbelgekromde segmenten ontwikkeld van betonplex, die naar boven toe iets taps uitlopen. Deze zijn allemaal op dezelfde wijze opgebouwd. De elementen zijn in de fabriek gemaakt en in zijn geheel naar de bouwplaats middenin Rotterdam vervoerd. Daarom was een belangrijke voorwaarde dat ze goed stapelbaar waren. Bijkomend voordeel van de gekozen bekistingsoplossing is dat een regelmatig centerpenpatroon eenvoudiger te realiseren was, omdat de centerpennen overal haaks op de gevel stonden.
Om het depot de industriële uitstraling te geven die de architect voor ogen had, zit het toegepaste beton in het interieur grotendeels in het zicht. Daarmee heeft het materiaal dus ook een belangrijke esthetische functie. Voor de aannemer betekende het een flinke uitdaging om de betonsoorten - met verschillende eigenschappen vanwege de diverse krachtswerkingen, die ook nog eens afweken van de standaard mengsels - dezelfde kleur en uitstraling te geven. Complicerende factoren daarbij waren onder meer de variatie in kromming van de geveldelen.
Het uitgangspunt was een gebouw met een zo groot mogelijke vloeroppervlakte, dat tegelijkertijd zo weinig mogelijk ruimte van het Museumpark in beslag neemt. Dit leidde uiteindelijk naar het direct in het oog springende komvormige ontwerp, met een zeer schuin naar binnen lopende schaalvormige betonnen buitengevel. Het gebouw kraagt in alle richtingen 10 m uit, telt zes verdiepingen en is bijna 40 m hoog. Zo kon toch de gewenste ruim 15.000 m2 brutovloeroppervlak worden gerealiseerd.
De spiegelende panelen weerkaatsen de omgeving en bieden een spectaculaire blik op de skyline van Rotterdam. Op deze manier ‘verzoent’ het gebouw zich met de aangrenzende gebouwen en groene omgeving volgens projectarchitect Winny Maas. Want door de spiegeling lijkt het Museumpark groter. Een park dat overigens bovenop het depot gewoon doorloopt, want op het dak is een heus bos gerealiseerd.