Laat de echte betonrevolutie beginnen
Beton in de woningbouw | Snelle, slimme, innovatieve betonnen woningbouwsystemen
lees meer
Introfoto: Prefab betonnen woningen Vredeoord in Eindhoven, René de Wit
Bouwbedrijven presenteren snelle, ‘slimme’ prefab betonnen woningbouwsystemen als dé oplossing om de opgave van 100.000 bij te bouwen huizen per jaar aan te pakken. Architect Geert Bosch van HILBERINKBOSCH architecten, dat veel ervaring heeft met ‘conceptbouw’, ziet architectonische mogelijkheden, maar plaatst ook een aantal kanttekeningen. "Je concept is zo goed als het flexibel is."
Auteur: Kirsten Hannema
“De woningopgave is zo groot dat het vanzelfsprekend is dat we met prefab bouwsystemen ontwerpen”, vindt architect Geert Bosch van Hilberink Bosch Architecten. Het bureau is gespecialiseerd in woningbouw en werkt al jaren samen met conceptbouwers die gestandaardiseerde bouwprocessen en/of kant en klare ‘woonproducten’ ontwikkelen. Het is een vorm van bouwen die tegelijk met de digitalisering opkwam, en voortbouwt op de ‘woonproducten’ die in de wederopbouwperiode uit de fabriek rolden. Veel van die wederopbouwwijken zijn gesloopt, omdat ze al snel versleten waren en men de architectuur matig waardeerde. Laten we daarvan leren, zegt Bosch. “Je moet niet alleen kijken naar slimme systemen waarmee je snel en goedkoop kunt bouwen, de vraag is: wat bouw je met die huizen - hoe ga je daarmee goede wijken maken?”
In de Eindhovense wijk Vredeoord is het de architecten gelukt om met een standaardbouwsysteem een gevarieerde, aantrekkelijke buurt te maken. De 200 gezinswoningen en 50 appartementen zijn gebouwd in opdracht van woningcorporatie Trudo, door bouwbedrijf Hazenberg, samen met Voorbij Prefab. Hazenberg en Voorbij zijn beide onderdeel van bouwbedrijf TBI. Hazenberg gebruikt het beterBASIShuis concept van TBIwoonlab. Voorbij is de producent van het prefab betonnen casco van deze conceptwoning. “In de uitvraag stond dat het snel moest, het stedenbouwkundig plan lag er al. Het cascosysteem van Voorbij, met kant en klare woningscheidende wanden en binnenspouwbladen, was daarvoor geschikt.” In de gerobotiseerde fabriek van Voorbij worden de ontwerpen vanuit BIM-modellen ‘ingelezen’, en de elementen vervolgens in de kistmachine gestort, inclusief doorvoeren voor elektra. Daarna worden ze per vrachtwagen naar de bouwplaats vervoerd. Dagelijks kwamen er zo’n twintig vrachtwagens aan, binnen een jaar stonden er 250 woningen.
“Tempo is belangrijk, maar het moet wel kwaliteit hebben”, zei Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in een werkbezoek met de Branchevereniging voor Nederlandse Architectenbureaus (BNA), over de woningopgave van één miljoen woningen tot 2030. De BNA gelooft ‘dat duurzaam en circulair bouwen moet en kan, ook met het benutten van standaardisering en industrialisering’. De kunst is om met standaardhuizen iets te maken dat specifiek is voor de plek, zegt Bosch. Geïnspireerd door de historie van de locatie, waar ooit een steenfabriek stond, ontwikkelden de architecten met Brabantse leem twee verschillende gevelstenen die in patronen zijn vermetseld.
Het prefab betonsysteem van Voorbij liet de mogelijkheid om de breedte en diepte van de woningen te variëren (tussen 4,8 en 6,3 m). “De meeste huizenblokken liggen in noord-zuidrichting”, legt Bosch uit. “De woningen die de ochtendzon krijgen, hebben we iets smaller (5,4 m) gemaakt met diepe achtertuinen en een strook voor het huis waar je ‘s ochtends koffie kunt drinken. “De woningen met avondzon zijn extra breed (6,3 m), met een ondiepere tuin en aan de voorzijde een groot terras. Die buitenruimtes zijn belangrijk voor de opbouw van de wijk, en de levendigheid.” Naast woningen van twee lagen en een kap hebben we ook drielaagse woningen gemaakt, die we een kwartslag draaien op de hoek. Dat soort varianten geven schwung aan de stedenbouw.”
“Een concept is zo goed als het flexibel is”, stelt Bosch. “Daarin zit voor mij ook de lol van dit soort ontwerpopgaven, om binnen de beperkingen je creativiteit optimaal te benutten. En daar zit ook het spanningsveld," vervolgt de architect. “De techneuten die aan zo’n bouwsysteem werken, denken vanuit de vraag: wat past in ons concept? Wij zaten eens met de directeur van een conceptbouwbedrijf aan tafel om te spreken over mogelijke variaties ter plaatse van straathoeken en in de woningplattegronden. Hij zei: nu hebben wij met ons woonconcept dé oplossing en maken jullie het zo moeilijk. Hij was oprecht verontwaardigd dat niet heel Nederland staat te trappelen om zijn product uit te rollen. Ik begrijp zijn weerstand tegen uitzonderingen: je werkt met een keten van bouwende partijen, waarbij elk detail, elk uur op de bouwplaats is ingekaderd. Ik denk dat je met die aanpak 50% van de woningvraag kunt opvangen. Maar de andere helft dus niet; dan krijg je monotone wijken, levenloze straten. Het is belangrijk dat de stedenbouw ook voor elkaar is.”
Momenteel werkt Hilberink Bosch met bouwbedrijf Heijmans aan een woningbouwproject van 140 huizen in de Nijmeegse wijk Lent, waarbij gebouwd wordt met prefab betonnen fabriekswoningen. Het Heijmans Huismerk heeft voor de rijwoning maar één type plattegrond: een entreehal met toilet en techniekruimte en trap met aansluitend de opstelplaats voor de keuken. De badkamer op de verdieping ligt boven de entreehal. Zo blijven de leidinglengtes beperkt en is het huis makkelijk uitbreidbaar in breedte en lengte. “Met dat woningtype moet je alles maken, waarbij de variatie zit in een drielaagse woning met plat dak, of tweelaags met kap”, zegt Bosch. “Je kunt het iets oprekken, maar een brede woonkeuken met eettafel aan de straat, zoals in Vredeoord, is niet mogelijk, en de kern met leidingen ligt vast. We merken dat het met dat ene model stedenbouwkundig lastig is. De keuken komt altijd aan de voorkant, en heeft een vrij klein raam, terwijl iedereen aan de achterkant woont. Er is dan weinig contact met de straat.”
Ook het idee om gesloten bouwblokken te maken, blijkt ingewikkeld met standaardhuizen; de hoekoplossing ontbreekt. Bosch ziet een simpele oplossing: als bepaalde onderdelen niet met conceptbouw gemaakt kunnen worden, kun je die traditioneel oplossen. “Er zijn andere bedrijven binnen dezelfde organisatie, die dat kunnen.” Zo zijn in Vredeoord een aantal onderdelen op de hoeken, zoals tuinmuren, op het werk gemaakt.
Aan de rand van de buurt was in het stedenbouwkundig plan een stedenbouwkundig accent gevraagd. De architecten hadden het idee om daar woningen van vier lagen te bouwen. “Dat paste binnen het bestemmingsplan, was naar ons idee constructief mogelijk, en zo kreeg je huizen met meer woonruimte en een grote keuken op de begane en het wonen op de eerste verdieping. De ontwikkelaar was enthousiast, maar de bouwer schoot het idee af, omdat het niet in het systeem zou passen.” Bosch vindt het een gemiste kans, juist ook omdat er veel vraag is naar huizen met meer woonruimte. In plaats van zo’n oplossing als een ‘verstoring’ van de standaardaanpak te zien, wil hij conceptbouwers laten zien dat het meerwaarde oplevert. “Mijn voorstel: ga bij elk project de uitdaging aan om één variant op je standaardproduct te ontwikkelen. Zo verrijk je niet alleen de wijken van de toekomst, maar bouw je ook aan een slimmer systeem.”