Experimenteel beton
Onbeantwoorde vragen, extreme toepassingen en schijnbaar onmogelijke ideeën vormen de basis van de casestudies Experimenteel Beton.
lees meer
Cindy Vissering
Met een kleine groep architecten van het bureau MVRDV heeft Betonhuis Constructief Prefab een in-house sessie van de workshop 'Experimenteel Beton' georganiseerd onder leiding van Siebe Bakker. Uitgangspunt is de behoefte vanuit het bureau om extra functies toe te kennen aan beton. Zo hebben zij eerder bijvoorbeeld de glazen baksteen samen met producenten ontwikkeld.
Maar, wanneer je beton allerlei extra eigenschappen toe gaat dichten, wat is dan de kern van beton? Als meest belangrijke aspecten van 'beton' werd genoemd dat het een robuust materiaal is, dat lang meegaat en in alle mogelijke vormen is te 'gieten', of zoals één van de architecten dit benoemde: 'shot-crete'.
In feite willen de MVRDV-architecten een gebouw ontwerpen waarbij er maar één materiaal wordt gebruikt, het 'all-crete'. Dit beton moet alle verschillende functies die nodig zijn vervullen. Het moet zacht en flexibel zijn, maar toch zijn constructieve waarde behouden. Het moet op plaatsen transparant of in ieder geval translucent zijn, het moet drijven en een isolerende waarde hebben. Het moet begroeiing van de openbare ruimte en gebouwen faciliteren.
Bij voorkeur heeft het 'all-crete' al deze eigenschappen in zich, zodat vanuit één stort alle verschillende functies te halen zijn. Omdat niet alle aspecten even simpel te integreren zijn, wordt besloten om voor de verschillende eigenschappen stuk voor stuk te bekijken hoe deze aan het beton toegekend kunnen worden. Om vervolgens de toets te doen hoever we komen met het 'all-crete'.
Flexibel, meegevend beton, zodat je het kan vormen en het zacht is om op te zitten. Hiervoor zijn een aantal oplossingsrichtingen bedacht. Om het beton een zachte buitenste laag te geven, is het idee om rubber ballen in een laag zand te leggen en daar beton over te gieten. Het zand werkt als verloren bekisting en de bollen steken deels uit het beton, waardoor het enigszins meegeeft en zacht aanvoelt. De uitdaging is om de hechting van de rubber bal op het beton goed te krijgen en uit te zoeken welk type bal of andere vorm het beste werkt.
Een andere richting is om betonnen ballen als toeslagmateriaal te gebruiken en deze aan elkaar te binden met een flexibele siliconenlijm. De ruimte tussen de betonnen ballen moet dan voldoende groot zijn om beweging te krijgen door indrukken en uitrekken van de siliconen. Uitdaging hier is het plakken van de siliconen aan de betonnen ballen en het bepalen van de grootte van de ballen.
Daarnaast is de vraag of een betonnen bal de beste vorm is, of dat er meer in de vorm van betonnen puzzelstukjes gewerkt moet worden om naast de flexibiliteit ook de stevigheid en draagkracht te krijgen. Hiermee komt het idee op een derde mogelijkheid, waarbij prisma's om en om naast elkaar gezet worden met een tussenlaag van siliconen. Het mooie is dat hiermee aan één zijde het beton als zichtzijde gemaakt kan worden.
Wanneer een wand gestort wordt, dan moeten er ook delen komen waar licht doorheen valt, of waar je doorheen kunt kijken. Dit kan op een aantal verschillende manieren, zoals het toevoegen van lichtdoorlatende delen die in de kist geplaatst worden. Een andere optie is glazen knikkers als toeslagmateriaal, waarbij de buitenste huid wordt weggeslepen zodat het glas aan het oppervlakte komt.
Het meest gewaardeerd vinden de architecten het wanneer de wand in één keer gestort kan worden. En dat dan alleen daar waar de buitenste laag eraf gehaald wordt, de lichtdoorlatende structuur ontstaat.
In verbinding met het FLOW-crete zouden de siliconen kunnen werken als de lichtdoorlatende delen.
Dit beton kan licht voortbrengen. De intrigerende wens hier is dat dit moet kunnen veranderen. Dus dat de kleur of de mate van het uitgestraalde licht verandert bij het veranderen van de temperatuur, vochtigheid of zoninval. Hierbij wordt gedacht in de richting van 'phase-changing materials' die in het beton verwerkt worden.
Voor GLOW-crete kunnen deze op drie manieren aan het beton toegevoegd worden:
1. Aan de zichtzijde instorten;
2. Als hulpstof toevoegen aan de buitenste laag;
3. Als toeslagmateriaal toevoegen, dat zichtbaar wordt na polijsten.
Onderzocht moet nog worden welke type materialen zich hiervoor lenen.
GROW-crete heeft alle aspecten in zich om begroeid te worden, inclusief de gewenste zaden. Het beton heeft een bepaalde poreuze structuur nodig om de planten te laten hechten en vocht te kunnen leveren. Eén van de ideeën is om hier een tegel van te maken, die begroeid raakt, behalve op de plekken waar vaak gelopen wordt. Zo ontstaan er op een plein vanzelf 'olifantenpaadjes'.
Hierbij wordt de hulp van een bioloog gezocht, die kan vertellen welke zaden tegen instorten kunnen en aan welke voorwaarden het beton moet voldoen als substraat.
Het beton kan als geheel poreus zijn zoals ZOAB, of in de vorm van speciaal daarvoor aangebrachte sleuven en gaten. Een poreuze structuur kan gerealiseerd worden door klein toeslagmateriaal weg te laten, hierdoor vallen er vanzelf gaten. Een andere mogelijkheid is om toeslagmateriaal te gebruiken dat snel verweert en daardoor ruimte geeft aan planten.
De ideeën die in deze workshop naar voren zijn gekomen, worden de komende maanden verder uitgewerkt door kleine teams van producenten met architecten. Hierbij wordt er met verschillende configuraties getest en worden prototypes ontwikkeld. Na de zomer komt de gehele groep weer bij elkaar om de prototypes te bekijken en te beoordelen.