Bontjas van beton
De Kort Van Schaik | Een ‘bontjas van beton’, een huis waarin je leeft met de natuur en dat tegelijk beschermt tegen de elementen.
lees meer
Auteur: Kirsten Hannema
In Zuidwest Ierland, vlakbij Lake Carragh, bouwde architectenbureau Urban Agency voor een particuliere opdrachtgever een betonnen woninguitbreiding, die opgaat in het ruige, roodbruine heuvellandschap. De uitbreiding heeft dezelfde traditionele vorm als het bestaande huisje, maar kenmerkt zich door experimenteel materiaalgebruik. Gevels èn dak zijn gemaakt van in het werk gestort beton, dat is behandeld met ijzeroxide, wat een roestkleur geeft. De aantasting door slijtage, weer en wind, worden in dit project niet als iets negatiefs gezien, maar juist omarmd.
In het Ierse County Kerry staan op een natuurrijke plek bij Lake Carragh twee archetypische huisjes. Het ene is een traditioneel ‘cottage’ met witte kalkpleistergevels en een rood golfplaten dak. Het andere heeft dezelfde afmetingen en vorm – puntdak, groot raam in de voorgevel – maar oogt modern. Het is gemaakt van roestkleurig beton, dat mooi past bij de roodbruine rotsen in de omgeving. Het betonnen huisje is feitelijk een woninguitbreiding, die architect Maxime Laroussi ontwierp voor een particuliere opdrachtgever. Bijna twintig jaar werkt hij inmiddels aan het project, waarvoor hij zich liet inspireren door het ruige landschap en de lokale architectuur. Zijn doel: een architectuur maken die zich niet wapent tegen de tand des tijds, maar verwering omarmt.
Het project begon in 2006, toen de opdrachtgever een stuk grond op een heuvel kocht met daarop het oude huisje, dat hij eigenhandig renoveerde, waarna hij Laroussi vroeg om een uitbreiding te ontwerpen. Om het beeld van de cottage te behouden, besloot de architect om de aanbouw (25 m2) niet eraan te ‘plakken’, maar als een los huisje ernaast te plaatsen. De huisjes zijn onderling verbonden door een ondergrondse gang met daklicht. “We wilden een hedendaags ontwerp, maar om een bouwvergunning te krijgen bleek een traditionele vorm met puntdak vereist”, zegt Laroussi. “Punt is ook dat een moderne witte ‘doos’ in dit regenachtige klimaat snel vervuilt - tenzij je met traditionele kalkpleister werkt.” De architect wilde ‘spelen’ met dit dilemma en de bouwregels. Hij besloot om het huis van vloer tot puntdak met in het werk gestort beton te maken; een materiaal dat je normaal niet tegenkomt in dit deel van Ierland, maar goed bestand is tegen weer en wind.
“Door het huis als een blok beton uit te voeren, presenteert het zich als een rots in het landschap”, legt Laroussi uit. Hij wilde het beeld van verweerde steen versterken, door het oppervlak roestig en oneffen te maken. Hij bestudeerde het werk van de Braziliaanse kunstenaar José Bechara, die roest als pigment gebruikt. Pigment aan het beton toevoegen bleek echter duur, terwijl de kleur enkel in het buitenste geveloppervlak zichtbaar zou zijn. Bovendien wilde de architect geen homogene kleur, maar een textuur met variaties. Hij ontdekte de mogelijkheden van ijzersulfaat, een meststof voor planten die je in tuinwinkels kunt kopen. Als je deze stof oplost in water krijg je een transparant mengsel dat je met een roller kunt aanbrengen, waarna het oppervlak roestbruin kleurt. Hij deed verschillende tests op een betonnen muurtje naast de cottage. Het beeld en de prijs – 20 euro voor het hele project – overtuigden de opdrachtgever.
Omdat zijn budget beperkt was, wilde de opdrachtgever het project stap voor stap uit laten voeren. Met een lokale aannemer werd eerst de fundering gemaakt. Later volgden de muren, het dak met schoorsteen en de gang naar het bestaande huisje. “De grootste uitdaging was om de overgang tussen muur en dak en de nok te storten,” vertelt Laroussi. Met behulp van twee ‘brievenbussen’ – hulpstukken waardoor plaatselijk beton wordt gegoten – werd de noklijn gemaakt. Nadat het hele dak was gestort, werden de hulpstukken verwijderd; het beton was al iets uitgehard, maar nog zacht genoeg om ter plaatse van de brievenbussen de vorm bij te werken, om de strakke daklijn niet aan te tasten.
Gevels en dak zijn gestort in een bekisting van douglas planken, die zijn gezandstraald om de tekening in het hout beter zichtbaar te maken. “Hoe meer regen en vuil er op komt, hoe mooier de lijnen in het beton uitkomen”, zegt Laroussi.
Nadat de 250 mm dikke betonnen buitenschil stond, is aan de binnenzijde een waterwerende laag (P20 platon waterwerend membraan) aangebracht, 120 mm (harde) isolatie en een binnenblad van cementblokken. De gevel heeft de opdrachtgever zelf met de hand 'ingesmeerd’ met het ijzeroxide-mengsel. In contrast met het eigenzinnige exterieur, is het interieur – in de sfeer van het oorspronkelijke huisje – afgewerkt met kalkpleister. De architect ontwikkelde deze nieuwe pleister door traditionele Ierse kalkpleister en tadelakt te mixen en voegde daaraan wat zand toe. Doordat de pleister waterafstotend is, was deze ook geschikt voor de afwerking van de doucheruimte. Van tevoren werden verschillende mengsels, texturen en kleuren getest. Door de afgeronde hoeken en de in het pleisterwerk opgenomen haard, voelt het huisje – dat dient als slaapvertrek – binnen aan als een cocon, waarbij alle aandacht gaat naar het uitzicht over het meer.
Het project is nog niet af. De bedoeling is om naast de eerste uitbreiding nog een huisje te realiseren met daarin een mini-spa. In het eerste ontwerp had de architect dit ‘badhuisje’ in hetzelfde roestkleurige beton getekend, maar hij kan zich voorstellen dat het uiteindelijk een ander materiaal wordt. Hij overweegt stampleem, verduurzaamd hout of het CO2-neutrale beton dat de universiteit van Cambridge heeft ontwikkeld. Laroussi: "Het mooie aan dit soort kleinschalige projecten is de ruimte die ze bieden om nieuwe dingen te proberen. We willen het experiment voortzetten.”