Leven vastgezet in materiaal en vorm
Neutelings Riedijk Architecten | Voor de uitbreiding van Naturalis waren duurzaam materiaalgebruik en inspiratie uit de natuur uitgangspunt.
lees meer
Auteur: Kirsten Hannema
Titelfoto: gevel van het atrium van Naturalis (foto: Tektoniek)
Ornament en beton spelen van meet af aan een prominente rol in het werk van Neutelings Riedijk Architecten. Met de ornamenten, die ze samen met kunstenaars ontwikkelen, geven de ontwerpers uitdrukking aan de – publieke – functie van hun gebouwen en onze collectieve identiteit, alsook het maakproces. Een gesprek met Michiel Riedijk over het plezier van experimenteren en de noodzaak van innovatie.
Portret Michiel Riedijk (foto Dik Nicolai)
In 1939 ontketende de Russische architect Andrey Burov (1900-1957) een kleine betonrevolutie met zijn ontwerp voor een woongebouw aan de Leningradski in Moskou. Het revolutionaire zat ‘m erin dat hij – in plaats van in het werk gestort beton – gebruik maakte van geprefabriceerde betonnen vloeren, penanten en gevelelementen met gigantische bloemenreliëfs. Het gebouw is opgenomen in een boek over Russische constructivistische architecten, waarvan een exemplaar in de bibliotheek van het Rotterdamse bureau Neutelings Riedijk staat. Architect Michiel Riedijk is lyrisch over Burov’s baanbrekende toepassing van beton. Met name de verfijnde geveldecoraties vormen een voortdurende bron van inspiratie en verwondering; hij vraagt zich nog altijd af hoe Burov dit 85 jaar geleden voor elkaar kreeg.
Toen Neutelings Riedijk in 1998 meedeed aan een ontwerpprijsvraag voor een concertzaal in Brugge, kregen de architecten het idee om beton op een soortgelijke, vernieuwende manier toe te passen, in een opengewerkte prefab betonnen ‘kantwerkgevel’ die het gehele gebouw zou omspannen. Het bureau verloor de prijsvraag, maar het idee voor een dergelijk gevelsysteem bleef rondzingen. Met het onderzoeksproject Filigree Freeform Facades is het werkelijkheid geworden. Onder leiding van Juliette Bekkering, hoogleraar architectuur aan de TU Eindhoven, en assistent-professor Cristina Nan, werkte het architectenbureau mee aan de ontwikkeling van een reeks 3D-betongeprinte lensvormige (gevel)elementen met filigrane organische patronen. Het Eindhovense 3D-betonprintbedrijf Vertico heeft deze geproduceerd. De resultaten werden getoond tijdens de Dutch Design Week 2023 in Eindhoven.
“Het onderzoek is belangrijk,” zegt Riedijk, “omdat deze techniek de vormvrijheid, materiaalbesparing en kostenoptimalisatie mogelijk maakt. Maar voor ons gaat het allereerst om het architectonisch effect: wat levert het op aan lichtspel, schaduweffect, hoe kun je er geornamenteerde gevels en wanden mee maken?”
Ornamenten spelen een sleutelrol in het werk van Neutelings Riedijk Architecten. Wat is het belang van deze decoratieve elementen, welke mogelijkheden biedt beton om ze te maken, en hoe heeft die toepassing zich in het werk van NRA ontwikkeld? In hun boek Ornament&Identity (2018) beschouwen de architecten hun gebouwde werk vanuit de esthetische kwaliteiten. “We vinden dat het publieke karakter van onze gebouwen direct afleesbaar moet zijn”, zegt Riedijk. Dat idee vertalen de architecten naar gevels met ‘sprekende’ ornamenten; denk aan de ‘Antwerpse handjes’ op het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen.
Collectieve identiteit is een tweede thema dat de architecten bezighoudt. “We leven in een tijd van ‘vloeibare identiteit’, zoals filosoof Zygmunt Bauman het heeft omschreven. Door ontzuiling en ontkerkelijking horen we niet meer bij een duidelijke groep, identiteit is iets veranderlijks geworden. Niettemin blijft er behoefte aan tijdelijke ervaringen van gezamenlijkheid. Wij geloven dat gebouwen die kunnen bieden, in de vorm van publieke interieurs en ornamenten die appelleren aan een gezamenlijke identiteit.” Een voorbeeld is de gevel van het Stadhuis in Deventer, waarvan de gevel verrijkt is met aluminium ‘vingerafdrukken’ van Deventenaren.
Neutelings Riedijk zijn geen betonarchitecten pur sang; het bureau werkt ook met hout, staal, glas, baksteen en natuursteen. “Maar ik vind beton wel iets bijzonders,” zegt Riedijk. “Een materiaal dat enerzijds soliditeit en massiviteit biedt, anderzijds op elke manier te vormen is, doordat het vloeibaar is en stolt; dat is toch een wonder.” Het heeft de architecten geprikkeld om met allerlei toepassingen te experimenteren. Het begon midden jaren ‘90 met het Minnaertgebouw op de Uithof in Utrecht, dat de faculteit sterren- en natuurkunde herbergt. “Het gebouw is vernoemd naar hoogleraar astrofysica Marcel Minnaert, door wiens werk we ons lieten inspireren”, zegt Riedijk. “In zijn boek ‘De natuurkunde van 't vrije veld’ beschrijft hij hoe fysische processen ons permanent omringen. Wij wilden daaraan uitdrukking geven, en ontwierpen een gebouw met een gevel van terracotta-kleurig spuitbeton, die zich als een geologische rotsformatie presenteert. De draagconstructie, die tegelijk afwerking is, maakten we van geel gepigmenteerd beton, het accumulerend vermogen hebben we ingezet om het gebouw te verwarmen en koelen. Het project was één groot betonavontuur.”
In hetzelfde jaar dat Neutelings Riedijk de prijsvraag voor de concertzaal in Brugge verloor, kreeg het bureau de opdracht om een brandweerkazerne te bouwen in Maastricht. We besloten te werken met prefab betonnen sandwichpanelen, voorzien van een ‘vrachtwagenband-afdruk’. In het Minnaertgebouw worstelden we nog met dilataties, hier werden de naden onderdeel van het gevelontwerp. “Zoals een coupeur met zomen en stiksels een kledingstuk verfraait, zetten wij het maakproces in voor een decoratief effect.”
“In de projecten voor het MAS en cultuurcomplex Rozet in Arnhem – vernoemd naar de rozetten in de prefab betonnen gevel – hebben we de geleerde lessen doorgetrokken naar het binnenspouwblad. De constructie is in die gebouwen ook de afwerking. De maat van de planken die we voor de bekisting gebruikten, namen we als uitgangspunt. De afdruk van die planken hebben we doorgezet in het ritme van de eikenhouten plinten en de kaders rond de deuren. De naden sluiten exact op elkaar aan; het was een compositorische obsessie.”
In het gerenoveerde Walterboscomplex van de Belastingdienst in Apeldoorn (2007) werkten de architecten verder met het gepigmenteerde beton uit het Minnaertgebouw en de naden van de brandweerkazerne in Maastricht. In de gangen en binnentuinen maakten ze betonnen wanden en plafonds waarin holtes zijn uitgespaard, voor gewichtsreductie. “We gebruiken doorgaans meer beton dan nodig is voor de draagkracht, vanwege de eenvoud van het maakproces”, legt Riedijk uit. “In het postkantoor dat we in het Belgische Scherpenheuvel bouwden, hadden we al eerder gekeken hoe je materiaal kunt weglaten door op gezette plekken uitsparingen te maken. Die uitsparingen hebben we benut voor het plaatsen van daklichten, kunstverlichting en akoestische materialen. In het Walterboscomplex werden de holtes decoratieve elementen.”
Voor het Walterboscomplex ontwikkelden de architecten ook zwart en wit beton dat kleurvast is. Dat witte beton, met marmertoeslag, werd de basis voor de stervormige gevelelementen van Naturalis (2020), en de reliëfs die Neutelings Riedijk met ontwerper Iris van Herpen voor dat project ontwikkelde. “Ook in dat project streefden we naar materiaalreductie. De gevel is als een lichte ‘skeletstructuur’ ontworpen (zie titelfoto). We onderzochten of we de fries die Iris ontwierp, waarin de metamorfose van het leven is verbeeld in een golvend patroon, met 3D-betongeprinte panelen konden maken. Maar we liepen vast in discussies over schaalgrootte en garanties.” Uiteindelijk zijn de panelen traditioneel gemaakt. Met 3D-ontwerpsoftware zijn ze uitgetekend en vervolgens door een CNC-machine uit hout gefreesd. Vervolgens zijn contramallen gemaakt waarin het witte beton is gegoten. Lees hier de projectbeschrijving van Naturalis.
Inmiddels zijn dergelijke decoratieve elementen wel met 3D-betonprinttechniek te maken, en kan er steeds meer, ziet Riedijk. Hij vindt drie aspecten met name interessant. “Allereerst de mogelijkheid om beton zonder wapening toe te passen. Tegelijk is het daardoor vrij breekbaar. Het is belangrijk om deze toepassing door te ontwikkelen, en te onderzoeken of we daarbij ook met CO2-arm beton kunnen werken. Op dit moment vind ik de bouwindustrie te weinig vernieuwend. Innovatie is echt hard nodig!”
Hij verwijst naar architect Burov die de ontwikkelingen van de industrialisatie en prefabricage in de bouw destijds benutte in zijn ontwerp voor het woongebouw in Moskou. Riedijk hoopt dat we over enige tijd ook complete 3D-betongeprinte gevels zien. “Voor het 3D-betonprint-onderzoek waaraan wij meewerkten, zijn naast lensvormige elementen ook vaasvormige gevelelementen bedacht. Daarmee kun je een draagstructuur bouwen om die lenzen in te plaatsen. In de holle ‘vazen’ kun je ook trekstaven, isolatiemateriaal en installaties plaatsen. Op die manier kun je een compleet dragend geprefabriceerd en geornamenteerd gevelsysteem maken.”