Beton voor optimale akoestiek
Peter Haimerl Architektur | Compositie van geometrie en betonsamenstelling geeft uitmuntende akoestiek in Concertgebouw Blaibach.
lees meer
Auteur: Barbara Heijl
In plaats van een uitbreiding op of aan het bestaande gebouw, heeft Steven Holl Architects een reeks paviljoens ontworpen voor het John F. Kennedy Center for the Performing Arts op het grootste groene dak in Washington D.C.
Dubbelgekromde gevels en wanden van ‘gekreukeld’ beton sieren de in het werk gestorte uitbreiding. De nauwkeurig ontworpen details en de afstemming met de aannemer resulteerde in zeer vloeiende vormen buiten, in contrast met het grillige reliëf van de akoestische wanden binnen.
De REACH is een uitbreiding van het bestaande Kennedy Centrum voor podiumkunsten. Het centrum staat aan de rivier de Potomac. In aanvulling op het monumentale gebouw van Edward Durell Stone zijn bovenop een ondergrondse uitbreiding drie wit betonnen paviljoens toegevoegd. Ze zijn deels verzonken in het daklandschap en ondergronds met elkaar verbonden. De uitbreiding omvat studio's, repetitie- en performanceruimtes, onderwijsruimte voor kunststudies en een ondergrondse parkeergarage. Het groene landschap op de uitbreiding is openbaar toegankelijk en via een nieuwe voetgangersbrug verbonden met de rivier. Jaarlijks ontvangt het centrum circa 2 miljoen bezoekers.
In totaal is circa 6.410 m² dak beloopbaar dak toegevoegd aan het Kennedy Center. De daktuin is ingericht met zowel open als besloten plekken, waar mensen kunnen verzamelen, tot rust kunnen komen of kunnen genieten van buitenoptredens. Ook worden live optredens vanuit het Kennedy Center geprojecteerd op de noordwand van het grootste paviljoen voor een breed gazon.
CNC-gefreesde multiplex bekistingssegmenten, bekleed met messing-en-groefplanken van ongeschaafd douglashout, konden de gewenste curves voor de paviljoengevels realiseren. De krommingen maakten delen van de bekisting moeilijk bereikbaar. Daarom is, voor het sluiten van de kist, een slurf ingebracht tot op de bodem. Via een kraan met stortgoot is daarin het betonmengsel gestort. De positie van de slurf was zodanig gefixeerd, dat hier steeds een stuk van werd afgesneden voor de aanvang van een nieuwe stort. Het beton is zelfverdichtend. Het mengsel bestaat uit wit cement, hoogovenslak, licht gekleurd zand en grof toeslagmateriaal, titaniumdioxide, een waterbesparend additief en krimpreducerende en waterbesparende hulpstoffen.
De opvallende schoonbetonnen structuurwanden in de oefenruimtes en theaterzalen hebben een grillig reliëf. De textuur is speciaal voor dit project ontwikkeld in nauwe samenwerking met een betonspecialist en een akoestisch expert. Urethaan structuurmatten zijn gebruikt om het betonoppervlak te vormen. Er is eerst een positieve plug gemaakt van een verkreukelde metalen plaat, die vervolgens is gebruikt om het urethaan te gieten. Er is één basismat gemaakt die steeds 90 graden is gedraaid voor een afwisselend patroon. Voor de uitvoering zijn de structuurmatten op achterhout bevestigd. De structuurwanden bestaan uit zelfverdichtend beton
De draagconstructie bestaat geheel uit in het werk gestort beton met stalen wapening. Bijna overal volstond beton met een druksterkte van 41 MPa. Er waren een paar uitzonderingen noodzakelijk. Enkele zwaar belaste dakplaten zijn nagespannen en uitgevoerd in beton met een hogere druksterkte van 55 MPa en de overkragende brugdelen van wit beton hebben een druksterkte van wel 82 MPa.
Een zorgvuldige voorbereiding is duidelijk af te lezen aan het vakkundige eindresultaat. Zo zijn de stortnaden meegenomen als onderdeel van het ontwerp. In de ontwerpfase zijn veel mock-ups de revue gepasseerd, variërend van initiële kleurstalen tot geveldelen op ware grootte. Door dit proces is het vormwerkmateriaal, de ontwerpmix en de bouwmethode getest, voordat de uiteindelijke structuur is gebouwd. De gezamenlijke inspanning en betrokkenheid van het team heeft geleid tot een memorabele uitbreiding van het monument waar toekomstige generaties nog lang van kunnen genieten.