Sculpturale kolommen
Bekkering Adams Architecten | Schoolgebouwen rondom het open campusterrein, visueel verbonden door sculpturale prefab beton kolommen.
lees meer
Auteur: Kirsten Hannema
Lichte, hoge ruimtes met de sfeer van een atelier in een oude loods; dat is de Glassell School of Arts in Houston, ontworpen door Steven Holl Architects. Zijn eigenzinnige karakter ontleent het gebouw aan de gevel van dragende prefab betonelementen, schuin gesneden en op een aantal plekken in horizontale richting geroteerd - alsof het de kunstenaars in spe aanmoedigt om buiten de lijntjes te kleuren.
Het zijn karakters, de 178 prefab betonnen gevelelementen die de drager, bekleding en afwerking van de Glassell School of Arts in Houston vormen. Het bouwwerk dat het oude schoolgebouw uit 1979 vervangt, neemt een prominente plek in op de campus, tussen het Museum of Fine Arts – waar de kunstopleiding bij hoort - en de Lillie and Hugh Roy Cullen Sculpture Garden. Het is onderdeel van de herontwikkeling van de campus tot een culturele trekpleister. Juist daarom wezen de architecten het idee af om een zevenlaagse parkeergarage bij de school te bouwen, zoals het stedenbouwkundig plan voorschreef. Ze stelden voor om deze ondergronds te plaatsen zodat erboven ruimte ontstond voor een plein, dat wordt gevormd door het L-vormige schoolgebouw met zijn hellende groendak waarover je omhoog kunt lopen om te genieten van het uitzicht over het centrum van Houston.
Het gebouw kent een simpele opzet. Je komt vanaf het plein binnen via de oksel van het gebouw, in het atrium annex auditorium waarin een enorme tribunetrap omhoog voert. De 23 studio’s en ruimtes voor artists in residence zijn in de twee vleugels aan de gevel geplaatst. De architecten wilden een school met de ‘rommelige’ sfeer van een kunstenaarsatelier creëren; het onafgewerkte beton, dat uitdrukking geeft aan de draagconstructie past daarbij. Studenten gebruiken de tribunetrap als pauzeplek en voor presentaties, waarbij werk op de brede treden wordt geplaatst of aan de muren en dakbalken gehangen. De leslokalen hebben verdiepingshoge vaste ramen van melkglas, dat het diffuse daglicht binnenlaat waarin kunstenaars graag werken.
Aanvankelijk hadden de architecten het idee om het gebouw met geperforeerde metalen panelen te omkleden, zoals bij het kantoorpaviljoen dat Steven Holl voor woningcorporatie Stadgenoot aan de Amsterdamse Sarphatistraat bouwde. Maar toen was er een ‘doorbraakmoment’ zoals projectarchitect Olaf Schmidt de schets ‘Test voor vlakkenstructuur’ van Steven Holl noemt, waarin hij een gevelcompositie tekende van verdiepingshoge trapeziumvormige betonplaten. Dit werd de basis voor de materialisering in beton, met een in het werk gestorte kern en dragende prefab gevelelementen die tegelijk afwerking zijn. Voor de tweede en derde verdieping en het dak zijn prefab betonnen kanaalplaatvloeren gebruikt met diktes van 20 cm, 25 cm, 30 cm en 40 cm. De dikste vloeren zijn gebruikt om de grootste overspanningen, bijna 13 m, te maken; deze bevinden zich in de tentoonstellingshal en leslokalen.
Holl’s concept-gevelschets is rondom voor het gebouw uitgewerkt, rekening houdend met constructieve eisen en de relatie tussen het gebouw en de directe omgeving. Zo wilden de architecten aan het plein een ‘levendige’ beeld; hier is een aantal panelen in het horizontale vlak gedraaid, waardoor de gevel extra diepte krijgt. Wat de 178 elementen – bijna allemaal verschillend - met elkaar verbindt, is de hoek van 15 graden; de helling van het dak. Aannemer Gate Precast uit Pearland, Texas, werd al tijdens het ontwerpproces bij het project betrokken. De bouwer informeerde de architecten over de oplegtrucks waarmee de panelen naar de bouwplaats vervoerd werden en het gewicht dat een bouwkraan kan tillen; factoren die bepalend zijn voor de maximale afmetingen. De panelen zijn uiteindelijk 3,65 m hoog, 3 m breed en 30 cm dik geworden.
De gevelelementen zijn aan de vloer verbonden via een in het werk gestorte ‘ringconstructie’. Om de wapeningsstaven in de liggers exact te positioneren, werkten de bouwers met houten mallen. De holle ruimtes in de prefab betonelementen moesten precies over de wapening heen vallen. De panelen werden daarna naar boven gehesen, op hun plaats gezet en tijdelijk gestut. Vervolgens zijn deze gains vanaf de binnenzijde via een pvc-buisje volgespoten met mortel.
Bouwen met prefab beton dat tegelijk afwerking is, was een uitkomst met de beperkte bouwtijd. Om verrassingen tijdens de bouw te voorkomen, werd vooraf op locatie een 1:1 schaalmodel van de gevel gebouwd. Hiermee is onder andere de kwetsbaarheid van de scherpe raamhoeken getest, alsook het gewenste afwerkingsniveau. De stortzijde van de prefab gevelelementen zie je van buiten. Daarna zijn ze licht gezandstraald, wat een subtiel-ruw effect geeft en een mat beeld. De architecten kozen voor een warm witte kleur beton, dat aansluit bij de gele zandkalkstenen gebouwen aan de overzijde van de straat. Speciale aandacht is besteed aan het op elkaar afstemmen van de kleur van het in het werk gestorte beton en de prefab delen.
Er was veel discussie over de omgang met het klimaat. In Houston is het is vaak heet en vochtig, de aircondition staat meestal aan, en de vraag rees in hoeverre een open gebouw gewenst is. De architect pleitte niettemin voor te openen ramen, die uit de betonnen panelen zijn ‘gesneden’; zo beschikt elke ruimte beschikt over uitzicht en een mogelijkheid voor directe ventilatie. Schmidt ziet dat docenten en studenten ‘blij zijn’ en de ramen veel gebruiken. Vanwege de hoge vochtigheidsgraad, is gekozen voor close cell-spuitisolatie die op de achterzijde van de betonnen panelen is aangebracht. Met deze afsluitende schuimlaag wordt voorkomen dat hete vochtige lucht binnen in het gekoelde gebouw condenseert.
Steven Holl Architects ontwierp eerder gebouwen met prefab betonnen vloeren en gevelbekleding, maar een dragende prefab-betongevel was nieuw. Het bood de mogelijkheid om een ’unieke’ expressie te geven aan het gebouw. ‘Het is een ruw systeem, met een grotere schaal dan gewone gevelbekleding’, legt Schmidt uit. Maar het eindresultaat oogt uitgesproken afgewerkt – verfijnd. Neem het minimalistische raamdetail: een aluminium profieltje dat tegen het beton is geschroefd, en waar het glas simpelweg tegenaan is gezet, afgebiesd met een streep siliconenkit.