Ontwerpaspecten in het werk gestort
In het werk gestort schoonbeton moet in één keer goed en vraagt daarom een goede duiding vanuit ontwerpaspecten.
lees meer
Titelfoto: Fascinerende plooien in de betongevel van het stadion (foto: Philip Heckhausen)
Auteur: Kirsten Hannema
Theatre of Dreams is de titel van het plan waarmee het Britse architectenbureau Caruso St John in 2012 de ontwerpprijsvraag won voor een nieuw stadion voor ijshockeyclub ZSC Lions in Zürich. Die naam was een knipoog naar de bijnaam van het voetbalstadion van Manchester United. "Maar een stadion is in onze optiek ook een theater met een publiek, een plek voor spel en vermaak", zegt architect Michael Schneider, directeur van het Zurichse kantoor van Caruso St John. Zo’n gebouw mag monumentaal zijn maar ook iets speels hebben, vinden de ontwerpers. Ze bedachten om het complex – 17O m lang, 110 m breed, 33 m hoog - te omkleden met een betonnen ‘theatergordijn’, gemaakt van in het werk gestorte betonelementen. Tezamen vormen die de grootste aaneengesloten zichtbetongevel van Europa.
De Swiss Life Arena zoals het complex heet, omvat een stadion met 12.000 zitplaatsen, met daaromheen de trainingshal, business center, clubrestaurant en een openbaar terras op het zuiden plus parkeerplaats. Het staat op een zichtlocatie aan de rand van de stad, tussen een volkstuinencomplex en de autoweg. De ambitie was om een markant gebouw te maken dat de entree naar de stad markeert. Duidelijk was dat het niet veel ramen mocht krijgen vanwege de warmte en hinder door directe lichtval. "We wisten al snel dat we een grote gesloten gevel zouden maken, waarbij de vraag was: hoe maak je die aantrekkelijk?", zegt Schneider. De keus voor in het werk gestort beton is allereerst esthetisch, maar heeft ook te maken met brandveiligheidseisen. Het gebouw geldt volgens de Zwitserse bouwregelgeving als hoogbouw (hoger dan 30 m) waarbij strengere brandeisen worden gesteld. In overleg is besloten dat die niet nodig zijn, maar er werden wel extra eisen gesteld aan de gevel, die niet brandbaar mag zijn.
Voor de vormgeving van de gevel lieten de architecten zich onder meer inspireren door The Guards Tent in de Koninklijke Tuinen in Stockholm, een (raamloos) trompe l’oeuil-gebouw van metaal dat de illusie wekt van gestreept tentdoek te zijn gemaakt, compleet met draperieën en gordijnkwasten. In het prijsvraagontwerp hadden de architecten de gevel als een dubbele betonmuur met spouwisolatie getekend, maar dat bleek te kostbaar. Schneider: "We wisten dat het gebouw als design&build-project zou worden aanbesteed en zochten een meer betaalbare oplossing waarbij de bijzondere gevel niet door de aannemer wegbezuinigd kon worden." De constructieadviseur stelde voor om een enkele, dragende, in het werk gestorte betonnen gevel te maken, die van binnen is geïsoleerd. Daarmee lukte het om 1 miljoen Zwitserse francs (1,3 mln euro) te besparen, alsook een flinke hoeveelheid beton, en werd het project financieel haalbaar.
De langsgevels zijn ontworpen als golvende ‘gordijnen’ met diepe vouwen, de kopgevels zijn vlakker en hebben een geplooide structuur rond de ronde raamopeningen. De zichtbetonvlakken zijn gemaakt met zelf ontworpen bekistingsmallen waarvan de precieze positionering een nagenoeg naadloos beeld geeft, vergelijkbaar met de kwaliteit van prefab beton. De naden tussen de bekistingselementen meten slechts 5-7 mm en zijn afgewerkt met vulmateriaal. Het architectenbureau maakte de eerste proefstukken zelf, het bedrijf NOE Schaltechnik maakte in zijn werkplaats de 1:1 modellen en de uiteindelijke bekistingsmallen. Deze polyester mallen (8 cm dik, 3 m lang) zijn vervaardigd met computergestuurde freesmachines en het 3D-computertekenprogramma Rhino. Er waren zo’n 80 verschillende bekistingselementen nodig. De gevel is opgebouwd uit een 25 cm dikke dragende laag met staalwapening en een 6 cm dikke frontlaag voor het vormwerk, waarin geen wapeningsstaal zit. De gevelelementen zijn met ankers aan de vloeren gekoppeld. Vloeren, binnenwanden, trappen en tribunes, zijn ook van beton gemaakt, waarbij de cumulatieve massa wordt benut voor de klimatisering van het gebouw.
Omdat de architecten beseften dat zo’n groot en bijzonder in het werk gestort betonproject risico’s met zich meebracht, stelden ze de opdrachtgever voor om eerst een reeks proefstukken te maken. Ze begonnen op het bureau met van 3D-geprinte styropor schaalmodellen en maakten daarna met beton meerdere 1:1 mockups, die overtuigden dat de beoogde kwaliteit haalbaar was. Vervolgens is op locatie een 3 meter hoog prototype van een geveldeel met raam gemaakt. De mallen werden met een kraan op hun plek gehesen. Daarna werd het wapeningsstaal erin geplaatst en het beton gestort, dat na het verwijderen van de mal verder moest uitharden. Naar aanleiding van deze test zag de bouwer kans om grotere elementen te maken: 9,10 m breed x 10,26 m hoog, met een gewicht van 45 ton. De benodigde mallen zijn in de werkplaats gebouwd, op locatie werden opnieuw proefstukken gemaakt, na goedkeuring kon de bouw van start.
De uitvoering van het project, waaraan dagelijks 350 bouwvakkers werkten, duurde drie jaar. Het maken van de gevel op de bouwplaats omvatte meer dan 200 werkstappen. In totaal is 100.000 ton beton in het gebouw verwerkt. De gebruikte betonmix is standaard, maar met wit cement in plaats van grijs Portlandcement. Uit dit beton gegoten zijn ook de vier ZSC Lions-logo’s, met een diameter van 5,5 meter en gewicht van 7,5 ton, die met een sterke kunsthars aan de gevel zijn ‘geplakt’. "Het is een zeer complex project, maar met een beperkt aantal details om te ontwerpen", zegt Schneider. "Cruciaal voor een succesvol gebouw op deze schaal is vooral dat opdrachtgever, constructeur en architect als een team samen werken."