Solide oase voor de eeuwigheid
KAAN Architecten | Palet aan betontoepassingen, tinten en afwerkingen maakt Crematorium Siesegem tot robuuste plek voor de eeuwigheid.
lees meer
Auteur: Kirsten Hannema
Een gesloten gevelscherm van esthetisch gelaagd beton omhult de glazen gevels van het bezoekerscentrum dat KAAN Architecten bouwde op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Het gevelscherm, opgehangen aan de betonnen dakconstructie, biedt een spectaculair beeld: alsof een blok steen boven het maaiveld zweeft. Het bouwproces was ook bijzonder. Het scherm – 30x30 meter, bijna 4 meter hoog, 300 mm dik - is in een 50 uur durende sessie in lagen in de bekisting gestort. Doordat de betonmix per laag nét anders was, ontstond een subtiel gelaagd effect.
Het bezoekerscentrum op de Amerikaanse begraafplaats bij Margraten is gemaakt met een speciaal voor dit project ontwikkeld esthetisch beton. De in 1944 aangelegde begraafplaats, die wordt beheerd door de American Battle Monuments Commission (ABMC), is oorspronkelijk ontworpen door de Amerikaanse landschapsarchitect Michael Rapuano, beeldhouwer Joseph Kiselewski en architectenbureau Coolidge, Sheply, Bulfinch en Abbott.
Omdat er steeds minder mensen zijn die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en de verhalen daarover kunnen vertellen, en er steeds meer bezoekers komen, ontstond de wens om aan hun ontwerp een bezoekerscentrum toe te voegen. Een van de voorwaarden van opdrachtgever ABMC was dat het nieuwe bezoekerscentrum integraal deel zou gaan uitmaken van het gebouwde ensemble met de erevelden en de Court of Honor met zijn Chapel Tower en Walls of the Missing. Architect Vincent Panhuysen keek ter inspiratie ook naar de talloze memorials en herdenkingsparken in Washington. "Dat zijn plekken en beelden voor de eeuwigheid, in natuursteen gebeiteld, in beton gegoten. Duidelijk was dat we die Amerikaanse traditie zouden volgen, waarbij we tegelijk terughoudend te werk moesten gaan. Het bezoekerscentrum mocht niet tussen de bezoekers en de monumentale begraafplaats in komen te staan; dat zou een inbreuk betekenen op de gewijde sfeer die meteen bij de entree van de militaire begraafplaats door het landschap met boompartijen en vergezichten aanwezig is. En het mocht in geen geval het bestaande monument overtreffen."
Daarom is het 600 m2 grote gebouw op enige afstand van de erevelden en het bestaande monument geplaatst, tussen de bomen, en iets in de grond verzonken. Het is opgebouwd uit een betonnen kern (12x12m) die het eveneens betonnen dak draagt. In de kern bevinden zich het met Amerikaans notenhout afgewerkte auditorium, de toiletten en dienstruimte, terwijl de buitenmuren als expositieruimte dienen. Rondom heeft het gebouw glazen gevels, die uitzicht bieden op de omgeving, waardoor je de link kunt leggen tussen de expositie en het landschap waar de Amerikanen in 1944 streden om Europa van de Duitse bezetter te bevrijden. Op enige afstand van het glas hangt het betonnen gevelscherm aan het dak; door de lichtspleet die rondom het dak vrij is gelaten, valt daglicht in de overdekte buitenruimte rond het gebouw. Het gevelscherm wekt de suggestie van een betonnen blok dat zweeft boven het maaiveld. Als je binnen in het gebouw staat, geeft het scherm – dat ook dient als zonwering - juist een gevoel van zwaarte, passend bij de tentoonstelling, waarin verhalen verteld worden over de oorlog en de gesneuvelde Amerikaanse soldaten die op de erevelden zijn begraven.
Om aan te sluiten bij het beeld van de natuurstenen monumenten – zonder die na te bootsen - wilden de architecten dat het beton zonder centerpennen of naden zou worden uitgevoerd; het moest een glad geheel worden. De nabijgelegen ENCI-groeve met zijn gelaagde kalkgrond vormde de inspiratiebron voor het architectonisch beeld. Om het beoogde gelaagde effect te testen, hebben de ontwerpers eerst een aantal mockups gemaakt samen met het betrokken betonbedrijf Keulen uit Lanaken in Belgie. "Onze opdrachtgever wilde een voorspelbaar proces", vertelt Panhuysen. Voor de betonmix is gewerkt met standaard cement en verschillende zandsoorten. Nadat de proefstukken goedgekeurd waren, is eerst de kern gemaakt. Omdat deze bijna twee keer zo hoog is als het gevelscherm – en niet beeldbepalend – is besloten om deze niet in een keer te storten, maar in etappes. Dit nam zo’n vijf dagen in beslag. Om te snelle uitharding te voorkomen, omdat de lagen nat in nat verwerkt dienen te worden, is een vertrager toegevoegd aan het beton.
Na de kern zijn de betonnen keerwanden die het niveauverschil tussen het maaiveld en de verdiepte museumvloer overbruggen gestort. Vervolgens is het gevelscherm – 30x30m, 4m hoog - gemaakt. Aanvankelijk was het idee om dit op hoogte te storten, maar vanwege het grote gewicht (386 ton) en de wens om niet met centerpennen te werken, werd besloten om het op een werkvloer te maken en daarna op hoogte te brengen. De bekisting van composietplaten, geleverd door bekistingbedrijf Peri, is op de werkvloer gesteld, waarna de staalwapening is geplaatst en de 300 mm dikke betonnen ‘ring’ in lagen is gestort. Per betonlaag varieert de verhouding zand/cement subtiel, en daarmee de kleurtint. Een laag is 25-40 cm hoog, in totaal zijn er 14 lagen gestort. Het beton is in een lange - 50 uur durende - sessie in de bekisting gegoten. Een aandachtspunt was het trillen ter verdichting van het beton; de lagen mochten daarbij niet gaan mengen. Daarom is een lamp aan de trilnaald bevestigd, waardoor zichtbaar was hoe diep de naald ging. Het eindbeeld ligt dicht bij warmgrijs natuursteen, maar is net even anders.
Nadat het gevelscherm stond, is het dak gemaakt. Vervolgens is het gevelscherm op hoogte gebracht; dit was volgens architect Panhuysen het ‘meest uitdagende’ onderdeel van het project. De betonnen ring, met een gewicht van 386 ton, is in de loop van 4 dagen centimeter voor centimeter ‘opgeschroefd’ met hydraulische vijzels, met een snelheid van 12 centimeter per uur. De gevel is met 12 enorme stalen schroefpennen vastgezet aan het dak, met behulp van de stalen neuzen die zijn vastgestort in het gevelscherm, en betonneuzen aan de dakrand. Deze verbinding is niet stijf gemaakt, zodat het gevelscherm bij uitzetting en krimp kan bewegen. Tot slot zijn op de betonnen keerwanden de verdiepingshoge glazen gevels geplaatst. Het betonnen plafond is afgewerkt met akoestisch materiaal. De vloer is afgewerkt met donkerbruin-grijze natuursteen – de kleur van Limburgse löss - dat doorloopt in de buitenruimte onder het dakoverstek, waar zitbanken staan, uitgevoerd in dezelfde steensoort. Hier kunnen groepen ontvangen worden en kun je na het zien van de expositie even neerstrijken. Zo biedt het betonnen bouwwerk niet alleen een ingetogen monumentaal beeld, met ruimte voor het vertellen van oorlogsverhalen, maar ook beschutte ruimte voor contemplatie en reflectie.