Ontwerpaspecten schoonbeton
De esthetische kwaliteit van beton wordt zowel in de ontwerpfase als uitvoeringsfase door veel vooraf te bepalen aspecten beïnvloed.
lees meer
Beton is bij uitstek geschikt voor een minimalistische vormgeving. In het exterieur kunnen gladde naadloze betonoppervlakken de monoliete sculpturale vorm van de gebouwmassa benadrukken. Als ruimtebegrenzing dragen deze betonoppervlakken bij aan het sobere en serene karakter van die ruimte.
Een strakke detaillering en een gaaf, regelmatig oppervlak zijn onontbeerlijk voor het gewenste esthetische resultaat. Deze esthetische kwaliteit is niet alleen lastig onder woorden te brengen, maar ook lastig te beheersen. De natuurlijke uitstraling van beton hangt immers nauw samen met de kleurverschillen en onregelmatigheden in het oppervlak. Enerzijds worden de kleurverschillen uitgelegd en gewaardeerd als de onvermijdelijke imperfectie van het materiaal. Anderzijds wordt verlangd deze imperfectie zoveel mogelijk binnen de perken te houden omwille van het esthetische resultaat.
Een glad, dicht en porievrij oppervlak kan een bijdrage leveren aan het krachtige effect dat een minimalistische vormentaal oproept. Strakke vlakken, eventueel slechts onderbroken door een enkele scherpe lijn, en heldere contouren hebben baat bij een zo perfect en homogeen uitgevoerd betonoppervlak.
In het ontwerpstadium moeten beslissingen worden genomen over details zoals aanvaardbare aftekening van het bekistingssysteem, de positie en uitvoering van de stortnaden. In het uitvoeringsstadium moet de in het werk gestorte ruwbouwstructuur beschermd worden tegen beschadigingen.
Na het ontkisten wordt het betonoppervlak in principe niet meer bewerkt. Aanvankelijk zal het oppervlak nog vochtig zijn en daardoor vlekkerig. Beoordeling van kleurverschillen is pas na enige tijd mogelijk, als een evenwichtsvochtgehalte is bereikt. Cosmetische afwerkingen zijn eventueel mogelijk bij incidentele onvolkomenheden die groter zijn dan de afgesproken marge.
Gladde betonoppervlakken zijn het resultaat van gladde bekistingsplaten. De plaats, het patroon en de afwerking van de naden zijn wezenlijk onderdeel van het architectonische beeld. De naden tussen de platen kunnen niet onzichtbaar zijn. Wel kunnen ze bewust opvallend of juist onopvallend worden gemaakt. Met behulp van de profielen kunnen de naden worden geaccentueerd.
Om een serene sfeer in de architectonische ruimte tot in detail door te voeren zal het patroon van plaatnaden – en ook centerpennen – rondom doorgangen en sparingen zoveel mogelijk in één ritme doorlopen. Dit patroon bepaalt de keuze van het bekistingssysteem dat voor de uitvoering zal worden ingezet. Al in het ontwerpstadium moet hierover worden nagedacht, immers de keuze van het type bekisting heeft financiële consequenties.
Voor het realiseren van sterk afgeronde hoeken en strakke belijningen moeten de maldelen volledig gesloten en zeer continu van vorm zijn. De enige beperking bij de vormgeving van elementen is, dat de mal gelost moet kunnen worden. Elementen kunnen tweezijdig, onbewerkt glad uitgevoerd worden door deze elementen tweezijdig te bekisten en dan verticaal te storten.
Het gevel- of wandoppervlak is zichtbaar opgebouwd uit elementen. Het nadenpatroon en het uiterlijk van de voegen zal daarom in het gevelontwerp moeten worden vastgelegd. Zeker bij gladde oppervlakken zullen voegen prominent in beeld zijn. Hoe elementen de hoek om gaan, in verstek of juist niet, heeft invloed op de esthetiek van het geheel en moet daarom al in de ontwerpfase worden vastgelegd.
Het uitgebreide spectrum van esthetische mogelijkheden is ingedeeld in acht types van een sfeerbeeld. Naast Sober en glad beschrijven we ook de andere zeven sfeerbeelden. Volg onderstaande links naar meer informatie en voorbeelden, waarbij vooral wordt ingegaan op vormgeving, structuur en textuur.