BunkerToren nieuw icoon
Powerhouse Company | Door het toevoegen van een woontoren vervult de Bunker in Eindhoven een nieuwe functie, en kan het jaren vooruit.
lees meer
Villa 1 (hierboven) heeft een Y-vormige plattegrond en daardoor zes gevels van glas en een intieme kern (foto: Bas Princen)
Auteur: Naomi Heidinga
De Ru begint zijn carrière bij Office for Metropolitan Architecture (OMA), het kantoor van Rem Koolhaas. Een creatieve omgeving, maar de onderlinge samenwerking kan beter. “Het was naar de huidige maatschaven een wat toxische omgeving.” Om zijn ideeën te kunnen verwezenlijken zet hij zijn eigen kantoor op, Powerhouse Company. “Ik wilde met een professioneel team van serieuze mensen werken, met ieder zijn of haar kwaliteiten.” In 2007 verwerft het kantoor naamsbekendheid met het project Villa 1, een vrijstaande villa op de Veluwe. Het project krijgt internationale aandacht, zelfs rapper Kanye West roemt Villa 1 op social media.
“Daarna kregen we regelmatig de vraag om high end villa’s te ontwerpen. Om te voorkomen dat we als one trick pony’s zouden worden gezien, hebben we juist zoveel mogelijk verschillende opdrachten gedaan. Een paar maanden nadat Villa 1 gereed was, brak de economische crisis uit. Raar, om van zo’n project waar de sky the limit was naar een tijd waarin niets mogelijk is te gaan. We hebben de crisis overleefd door zoveel mogelijk opdrachten aan te nemen, waaronder het maken van technische tekeningen. Dat heeft ons, in combinatie met een aantal opdrachten voor high end villa’s, erdoor heen gesleept.”
Uit frustratie over de situatie in de markt richt hij in 2015 samen met Niels Jansen RED Company op. “Niemand durfde meer opdrachten uit te geven. Er waren volop kansen, maar die moesten wel gegrepen worden. Omdat we de kans daartoe niet kregen, hebben we RED Company opgezet.” Volgens De Ru wordt bij het verlenen van opdrachten voor publieke gebouwen teveel naar spreadsheets gekeken in plaats van naar de kwaliteit van het gebouw. “Architecten klagen over de rol van de architect: die wordt steeds kleiner. Bij de meeste projecten is er voor de architect niet veel ontwerpvrijheid over. Dat komt doordat het belang van geld steeds groter wordt. Door zelf op de stoel van ontwikkelaar te gaan zitten, heb je meer controle. Dan lukt het wel om mooie gebouwen te realiseren.”
Architecten zijn veranderd, of in ieder geval hun opleiding. “Ik heb een technische achtergrond. De huidige generatie architecten wordt theoretisch geschoold. Dat komt door een beslissing die jaren geleden is gemaakt. Het onderwijs stond voor de keuze: sluiten we ons aan bij het Master of Science systeem of niet? Door hiermee in te stemmen, is de architectuuropleiding een andere richting op gegaan. De studie moest wetenschappelijker en is daardoor theoretischer geworden. Terwijl het mijns inziens meer een vak van de praktijk is.”
De Ru is niet alleen negatief over opdrachtgevers, hij neemt het ook voor ze op. De sterarchitecten die bijzondere gebouwen hebben ontworpen krijgen vaak alle credits, weet De Ru. “Maar het gebouw had er niet gestaan wanneer de opdrachtgever een natte krant was. Iconische gebouwen krijg je alleen bij opdrachtgevers met lef.”
Dat zie je terug bij het project de BunkerToren in Eindhoven. Bij dit project komt volgens De Ru alles samen. “We hebben een bestaand gebouw een nieuw leven gegeven. Daarbij hebben we woningen toegevoegd, in een prachtige woontoren. Ook is er een park gerealiseerd, waar tevens ruimte is voor kunst. Het project is op alle gebieden een succes, zowel maatschappelijk als commercieel.”
Een ander paradepaardje waarin beton een belangrijke rol speelt is het Floating Office in Rotterdam, waar naast de bedrijven van De Ru, het Global Center on Adaptation van de Verenigde Naties en een kantoor van een bank gevestigd zijn. Het project was mogelijk dankzij de samenwerking tussen de bedrijven van De Ru. “In Nederland wordt doorgaans met een hoofdaannemer gewerkt. In Duitsland, waar we ook een kantoor hebben, is dat veel minder gebruikelijk. Daar zijn we ook zelf bouwheer.” Bij het Floating Office is geen gebruik gemaakt van een aannemer. “We zaten zelf met alle leveranciers om tafel, die we in eerste instantie hebben uitgenodigd op basis van kwaliteit en niet op prijs. Bij dit project hoefden de leveranciers niet bang te zijn om tegen elkaar te worden uitgespeeld of te worden uitgeknepen. Dat zie je terug in het resultaat. Het is gelukt om een mooi en duurzaam gebouw te realiseren. Als iedereen weet wat de bedoeling is, en achter het project staat, heb je alleen nog een klein managementteam nodig om alles aan te sturen. Zo moeilijk is dat niet. Bovendien is het niets nieuws. In de tijd van de wederopbouw was de rol van de aannemer heel anders. Men gunde elkaar bovendien wat. Met de marktwerking is dat sentiment verdwenen.”
Het Floating Office is een drijvend kantoor, waarbij de onderbak van beton is gemaakt. De opbouw is van hout. “Hout heeft wellicht de zichtbare hoofdrol in het ontwerp, maar het beton is minstens zo belangrijk. Het zorgt voor stevigheid, draagvermogen en koeling. In het beton, dat in het water ligt, zitten smalle leidingen waar koelvloeistof doorheen gaat. Daarmee kunnen we het hele gebouw koelen. Een belangrijke functie, ook met het oog op de toekomst.” Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp voor De Ru. Onder het kopje ‘sustainability’ op de website zijn voornamelijk projecten met hout in de hoofdrol te vinden. Hoe kijkt hij naar beton? “Beton zit nu ten onrechte in een verdomhoekje. Bij de productie van beton komt veel CO2 vrij. Dit kun je echter compenseren met een lange gebruiksfase. Maak je een toekomstbestendig gebouw, dan kun je deze uitstoot over langere tijd uitsmeren. Bovendien heeft beton een aantal goede eigenschappen, zoals sterkte en draagkracht. Zonde om die niet te gebruiken.”
Volgens De Ru kan er meer worden gedaan op het gebied van recycling van beton. “Beton is makkelijk uit elkaar te trekken. Het kan nog meer dan nu worden gerecycled en gebruikt in nieuw beton. Dat lijkt me ook nog wel leuk, een betonrecyclebedrijf opzetten. Ik denk alleen niet dat ik er tijd voor heb...”
De sterke kanten van beton zijn wel volledig benut bij de BunkerToren. “De Bunker, een ontwerp van Huig Maaskant, was echt een markant gebouw. We hebben het karakter van het oorspronkelijke gebouw weten te behouden en er een woontoren aan toegevoegd. Tijdens het project heb ik me regelmatig de vraag gesteld: wat zou Maaskant ervan vinden? Ik denk dat hij het cool had gevonden!”
Wellicht krijgt De Ru in de toekomst nog meer petten op. “We hebben nu al woningen in bezit en zijn eigenaar van het Floating Office. Voor het behoud is het beter om alles in eigen beheer te behouden. Misschien worden we in de toekomst ook energieleverancier. We voorzien nu al gebouwen van zonnepanelen en warmteterugwinning. Energieleverancier worden is de volgende logische stap. Daarmee kunnen we in ieder geval een stabiele prijs garanderen.” Hier ligt niet alleen een sociaal principe aan ten grondslag, De Ru ziet ook commerciële kansen. “Dat bijt elkaar niet. Een goede uitvinding biedt niet alleen een goede oplossing, maar is ook een commercieel succes.”
De Ru houdt zich in zijn geliefde Rotterdam bezig met allerlei ontwikkelingen. Is zijn ultieme drijfveer om de stad mooier te willen maken? “Rotterdam is een pretentieloze stad, heel anders dan Amsterdam. Het is hier eclectisch, je ziet verschillende bouwstijlen uit verschillende periodes. De stad zit vol contrasten: mooi en lelijk vind je naast elkaar. Men heeft het in Rotterdam over een sloopverbod, maar ik pleit juist voor slopen. Dat kan hier in Rotterdam: je breekt iets af om er iets beters voor in de plaats te zetten.”