GFRC-beton als bekisting
Zaha Hadid Architects | In het wooncomplex 1000 Museum in Miami is glasvezelversterkt beton innovatief toegepast als verloren bekisting.
lees meer
Auteur: Caroline Kruit
Het Olympische Aquatics Centre Londen wordt aangepast voor een lange toekomst als iconisch zwemsportcomplex. In een langdurig ontwerpproces - dat al begon voordat was besloten dat Londen de Olympische Spelen van 2012 zou mogen organiseren - werd van het druppelvormige Aquatics Centre van Zaha Hadid Architects zowel een tijdelijke als een permanente versie gemaakt. Voor de duur van het grote sportevenement kreeg het gebouw extra tribunes en faciliteiten. Op de nadrukkelijke wens van de opdrachtgever werden alle beslissingen over materialisering en dimensionering langs een strenge milieulat gelegd.
Het ontwerp dat in 2005 op tafel lag, was in de basis geschikt voor het Olympische zwemtoernooi. Het voldeed alleen niet aan de gewenste bezoekerscapaciteit. In het druppelvormige ontwerp waren het vijftigmeterbad en het bad voor schoonspringen centraal onder het grote dak geplaatst, met een opwarmfaciliteit (een klein bad) voor de schoonspringers aan de zijkant, en een vijfentwintigmeterbad voor training onder het balkon annex podium aan de kopzijde van het gebouw. Het uitbouwen van de tribunes zou de architectuur van het compacte plan danig verstoren. Daarom werd besloten om twee versies van het ontwerp te maken. Het basisplan met de druppelvorm werd bestempeld tot Legacy Design en het tijdelijke plan met extra tribunes (voor de duur van de Olympische Spelen) werd het Olympic Design. Daar waar beslissingen werden genomen voor het Legacy Design, lag er een beoogde levensduur van 60 jaar voor het gebouw. De extra bouwdelen voor het Olympic Design werden gedimensioneerd op een levensduur van twee jaar.
De vloeiend vormgegeven wanden van schoon beton bepalen voor een groot deel het karakter van het Aquatics Centre in Londen. Ze begeleiden de bezoekers vanaf de entree via de trappen naar de tribunes, naar het podium en de op een lagere vloer gelegen trainingsfaciliteiten.
De wanden zijn in het werk gestort. Voor de bekisting van deze wanden is speciaal met fenolhars verlijmde multiplex gebruikt om gekromde elementen te maken die een aantal malen konden worden gebruikt. Door het ontwerpteam werd een 'bouwdoos' van wandsegmenten samengesteld. Het ontwerp werd onderverdeeld in een aantal elementen: rechte, overhellende, terugneigende, verticale met convexe en concave rondingen en hellende met kromming. Het aantal mallen is hierdoor beperkt gebleven. Het plan is goeddeels symmetrisch, dus veel van het vormwerk kon worden hergebruikt. In tegenstelling tot het dak zijn de wanden dus niet dubbelgekromd.
Voordat het werk op de bouwplaats van start ging, is een groot aantal proeven gedaan met de mallen en verschillende betonmengsels. Uiteindelijk is gekozen voor een zelfverdichtend beton, dat aan de onderzijde de mal wordt ingepompt, via een ventiel op de bekisting. Bij de mock-ups bleek hierdoor de kans op luchtinsluitingen het kleinst. Veel aandacht is besteed aan de detaillering, de plaats en het ritme van de zichtbare bevestigingspunten (centerpennen) van de bekisting. De gaten zijn vervolgens gevuld met betonmengsel, in een op de wand afgestemde kleur.
Ongeveer de helft van de gebruikte toeslagmaterialen bestaat uit gerecycled materiaal, één van de mogelijkheden voor circulair beton. Voor het deel van de constructie dat als schoon beton is uitgevoerd, was het gehalte gemalen hoogovenslak in het bindmiddel gemiddeld 40%. Voor de 'substructure', het onzichtbare deel van de constructie en de fundering, is 40% poederkoolvliegas gebruikt en liep het percentage gerecycled granulaat op tot 74%.
Ze hebben menige publicatie over de Olympische Spelen gesierd: de bijzonder vormgegeven duiktorens in het Aquatics Centre Londen.
De vorm is gemodelleerd met Rhino software. Vervolgens is met een CNC een positief 1:1 schaalmodel van de hoogste toren (van 10 m hoog) uit piepschuim gefreesd. Dit model is gebruikt om fiberglas mallen te maken in segmenten van 2,5 m hoog. Voor de kleinere duiktoren van 7,5 m is het onderste segment van de mal niet gebruikt, voor de lagere duikplanken is alleen het bovenste segment (plank en 'schouder') ingezet. Het geoefende oog ziet dat de torens in het werk zijn gestort, de hoogste toren met vier storten. Daarbij is in de logistiek wel zeker gesteld dat schouder en plank van alle torens in een enkele stort zijn gemaakt.
Het onzichtbare vernuft van de duiktorens zit in de wapening en de betonsamenstelling. De wapening is overgedimensioneerd, omdat er geen enkele trilling, speling of zetting in de torens mag optreden, om te kunnen (blijven) voldoen aan de strenge regels voor internationale zwemsportfaciliteiten. Om de wapening te vlechten en de mallen te plaatsen, was extensief steigerwerk noodzakelijk. De hoge dichtheid van de wapening had ook weer consequenties voor de samenstelling van het betonmengsel; zelfverdichtende betonmortel was nodig. Bovendien kwam er vanuit de opdrachtgever de milieu-ambitie voor een zo hoog mogelijk gehalte gerecycled granulaat en CO2-arm cement. Het toegepaste bindmiddel bestaat voor 30% uit gemalen, gegranuleerde hoogovenslak in combinatie met kalksteenmeel. Met deze maatregel is de warmteontwikkeling tijdens de verharding beperkt en daarmee ook het risico voor optreden van krimpscheurtjes.